Bij de wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van de schade als gevolg van de geneeskundige verzorging, die op 2 april 2010 in werking is getreden, werd een Fonds voor Medische Ongevallen (FMO) opgericht om tussenbeide te komen om advies te geven en eventueel een schadevergoeding toe te kennen aan patiënten die menen schade te hebben geleden ten gevolge van de verstrekking van geneeskundige verzorging.
In België moeten patiënten die menen dat zij aanspraak kunnen maken op een schadevergoeding ingevolge een fout vanwege de zorgverlener het traditioneel drievoudig bewijs leveren: er moet een fout aangetoond worden, er moet schade zijn en er moet een causaal verband bestaan tussen de fout en de schade. Dit traditioneel systeem heeft in het verleden aanleiding gegeven tot veelvuldige kritieken:
Sinds geruime tijd werden er in België initiatieven ontwikkeld om deze kritieken op te vangen. Deze hebben uiteindelijk tot de onderhavige nieuwe wetgeving geleid.
De geleden schade waarvoor de patiënt een schadeclaim bij het FMO kan indienen, moet aan drie cumulatieve voorwaarden voldoen:
De patiënt heeft de keuze: hij kan de zaak in behandeling nemen,
Deze keuze kan worden herroepen. Het is echter niet mogelijk de compensatie van beide systemen te combineren.
Er werd een Fonds voor de Medische Ongevallen opgericht, dat verantwoordelijk is voor het vergoeden van schade:
Het Fonds biedt een gratis buitengerechtelijke procedure: het doel is het aantal gerechtelijke procedures terug te dringen.
Het publiekrechtelijke fonds wordt uitsluitend door de staat gefinancierd en is een dienst van RIZIV.
De wet is van toepassing:
De wet is van toepassing op gezondheidszorg verstrekt door een zorgverlener zoals bedoeld in het K.B. nr.78 of door een verzorgingsinstelling.
Een beperkt aantal beroepen valt niet onder de wet. Ook de beroepsbeoefenaars van niet-conventionele praktijken (bijvoorbeeld homeopaten en acupuncturisten) vallen momenteel nog niet onder de wet behalve wanneer deze praktijken worden uitgeoefend door een erkende zorgverlener in de zin van het K.B. nr.78.
Al de verzorgingsinstellingen (met uitzondering van de rustoorden voor bejaarden - ROB) vallen onder de nieuwe wet.
Om met succes een beroep op het Fonds te kunnen doen, moet de aanvrager een causaal verband aantonen tussen de verstrekking van gezondheidszorg en de schade.
In principe, alle verleende gezondheidsdiensten, met uitzondering van de wettelijke toegestane uitzonderingen. Een verstrekking van gezondheidszorg wordt omschreven als een door een zorgverlener verstrekte dienst met het oog op het bevorderen, het vaststellen, het behouden, het herstellen of het verbeteren van de gezondheidstoestand van de patiënt of met het oog op de begeleiding van de patiënt bij het sterven.
WEL: Dat geldt ook voor contraceptie, abortus, het uitvoeren van medisch begeleide bevruchtingstechnieken en het uitvoeren van bevallingen. De wet is eveneens van toepassing wanneer er gezondheidszorg verstrekt wordt naar aanleiding van orgaanwegneming en – transplantatie. Hetzelfde geldt voor de gezondheidszorg die verstrekt wordt naar aanleiding van de wegneming van ander lichaamsmateriaal zoals weefsels en cellen en dit niettegenstaande het bestaan van een specifieke wetgeving.
WEL: De ziekenhuisinfecties volgen hetzelfde systeem als andere soorten schade ten gevolg van verstrekte gezondheidszorg. Er zal daarbij geen vermoeden van aansprakelijkheid bestaan.
NIET: De wet is niet van toepassing op de experimenten op de menselijke persoon waarvoor er een aparte wetgeving op basis van foutloze aansprakelijkheid werd ontwikkeld. Dezelfde redenering is van toepassing voor de schade als gevolg van een gebrekkig product.
NIET: De verstrekkingen van gezondheidszorg met een esthetisch doel die niet vergoed worden door de sociale zekerheid zijn eveneens uitgesloten (bijvoorbeeld bepaalde chirurgisch ingrepen zonder reconstructief doel).
WEL: Sommige esthetische of cosmetische ingrepen hebben een therapeutisch of herstellend effect (bijvoorbeeld een reconstructieve ingreep na zware brandwonden). Deze worden wel vergoed door de ziekte- en invaliditeitswet en vallen bijgevolg wel onder de wet medische ongevallen.
NIET: Wanneer zorgverleners optreden als orgaan van een verzorgingsinstelling, maar geen gezondheidszorg verstrekken vallen zij niet onder het toepassingsgebied van de wet medische ongevallen. Diensten van een verzorgingsinstelling die geen (voldoende) band vertonen met de verstrekking van gezondheidszorg vallen evenmin onder de wet. Het betreft hier bijvoorbeeld poets- en cateringdiensten.
Het Fonds kan na bestudering van alle benodigde informatie tot de volgende vaststellingen komen:
Het Fonds komt tussen in vier limitatief bepaalde en welomschreven gevallen:
A. Wanneer de schade veroorzaakt is door een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid. In dit geval vergoedt het Fonds voor eigen rekening in bepaalde situaties.
B. Wanneer het Fonds van oordeel is dat de schade is veroorzaakt door een gebeurtenis met aansprakelijkheid, dat het ernstpercentage is bereikt en wanneer de zorgaanbieder of zijn verzekeraar de aansprakelijkheid (of de hoogte van de schade) betwist. Het doel van deze bepaling is om zo spoedig mogelijk de patiënt te vergoeden in geval van ernstige schade. Het Fonds zal de schade eerst vergoeden en deze vergoeding daarna verhalen.
C. Wanneer het Fonds oordeelt of wanneer het vaststaat dat de schade veroorzaakt is door een feit dat aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van de zorgverlener wiens burgerlijke aansprakelijkheid niet of niet voldoende gewaarborgd is door een verzekeringscontract. Met andere woorden: Het Fonds zal de schade vergoeden indien er sprake is van een ongeval met aansprakelijkheid indien zou blijken dat de zorgverlener niet of onvoldoende verzekerd is. Het Fonds heeft de mogelijkheid om verhaal uit te oefenen.
D. Wanneer de verzekeraar die de aansprakelijkheid dekt van de zorgverlener die de schade heeft veroorzaakt een voorstel tot vergoeding doet dat het Fonds kennelijk ontoereikend vindt. In dit geval zal het Fonds zich in de plaats stellen van de verzekeraar en achteraf verhaal uitoefenen.
Verondersteld wordt de aanwezigheid van de volgende vier elementen:
De volgende situaties blijven uitdrukkelijk uitgesloten:
Wanneer de schade het gevolg is van een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid (A), of wanneer de schade het gevolg is van een medisch ongeval met aansprakelijkheid maar de verzekeraar betwist deze (B), dan zal het fonds de schade vergoeden in de mate dat voldaan is aan een van de volgende voorwaarden:
De wet is van toepassing sinds 31/03/2010 (B.S. 02/04/2012) en zal moeten toegepast worden op al de schadeverwekkende feiten die zich vanaf dan hebben voorgedaan. Het Fonds voor Medische Ongevallen is per 1 september 2012 operationeel.
02/209 02 01Of laat u opbellen ›
02/209 02 07